Verslag jongdierenkeuring sierduiven 14-09-2013 te Kiestersyl door K.Nicolaij.

 

In tegenstelling tot vorig jaar regent het vandaag behoorlijk. Dat zal de pret niet drukken, want ik word verwelkomd met heerlijke koffie en koek. Na de openingsspeech van de voorzitter begin ik samen met de “schrijver” de heer de Vries met de keuring van de zesentwintig duiven die zijn ingezonden, hoewel de helft moet nog binnen komen, want betreffende inzender kan de locatie moeilijk kan vinden. Zes Nederlandse Schoonheidspostduiven, de eerste jonge blauwzwartgebande doffer is wat lang en wil niet in de vereiste horizontale houding staan. Met wat meer trainen zal dat vast wel lukken en daarom ontvangt hij ZG-94 punten. Ook de jonge duivin in die kleurslag mist die houding en is wel wat lang, ZG-93 punten. De andere jonge duivin toonde helaas een stuk of vier witte teennagels en die moeten zwart zijn, O-0 punten dus. De blauwzilverdonkergebanden zijn beter. ’t Is o.a. een zg. “kopras” en daarvan wordt vereist dat die kop “vloeiend” belijnd moet zijn, zonder deuk of kneep. Bij de uitmuntende jonge duivin in kooi 88 stoort de iets “blazige” neusdoppen die vloeiende belijning iets, ook de rugafdekking mag wat beter, ZG-95. De mooiste Nederlandse Schoonheidspostduif zit in kooi 89, F-96. Misschien nog iets meer trainen op de horizontale houding. De volgende fraaie jonge duivin laat het zitten in borstpartij (vol, breed en naar vorentredend), vandaar maximaal ZG-94.

En dan kom ik aan de zes Duitse Schoonheidspostduiven. De eerste zwarte oude doffer moet voller en dieper in borst, de neusdoppen zijn veel te grof en hij lijkt mij niet helemaal fit, G-92. Een jonge rode doffer is een stuk beter en scoort ZG-95. Helaas laat de geelzilvergebande jonge duivin het zitten in borstpartij, beenlengte en vleugeldracht, G-92. Van de twee zwarten en één zwartgetijgerde kan gezegd worden dat ze iets meer volume kunnen hebben, vaster in houding moeten, vloeiender kopbelijning moeten, iets langer op de benen kunnen en dat de conditie (niet fit) wat beter moet, resp. ZG-94, ZG 92 en ZG-93.

We belanden bij de Oudduitse Meeuwen, zes stuks in de kleur blauwzwartgeband. Van de eerste oude doffer kan o.a. de nekkam/vulling wat strakker en hij is op de kop wat vlak (moet rond zijn), ZG-95. De daarnaast zittende oude doffer is fraai, hoewel de rugafdekking misschien wat beter kan, F-96. Bij de jonge duivinnen moet de (onder)snavel krachtiger en de borstpartij iets breder, zo ook ZG-93. De rozet speelt bij de volgende jonge duivin parten, maar meer nog het feit dat ze meer dan 11 witte (slag/mantel) pennen heeft, vandaar O-0. Het laatste jonge duivinnetje mag iets meer volume (lichaam) en de ondersnavel is wat fijntjes, ZG-93. Dan nog zes Oosterse meeuwen, satinet. Op één na zijn ze allemaal onder een onjuiste kleurslag ingeschreven. Het begon met een Bruingezoomde oude doffer. Wat aan de lange kant, snavel moet beter sluiten en voetbevedering iets voller, ZG-93. De kakigezoomde oude doffer daarnaast is ook erg lang en kan iets meer vulling in voorkop, G-92. Een prima zwartgezoomde oude doffer kan mij wel bekoren, maar er zit een erg storend pukkeltje aan de bovensnavel, ZG-93. Er volgt een bruinzilver witgebande oude doffer waarvan de denkbeeldige snavellijn royaal onder het oog door loopt, terwijl die door de onderkant van het oog hoort te lopen, ZG-94. Volgens het mij overhandigde lijstje komt nu een bruingezoomde oude doffer, dit blijkt een kaki witgebande oude duivin te zijn, waarvan de puntkuif toch iets hoger moet, ZG-95. Bij de laatste bruin(zilver?) witgebande oude duivin loopt de snavellijn helaas ruim onder het oog door. Ik moet helaas constateren dat de (show)conditie bij de meeste Oosterse Meeuwen te wensen over laat. Als sluitstuk volgen er nog 2 Chinese Duiven (dus geen Meeuw meer, maar structuurduif). Bij beide dieren moet de zg. kraag hoger reiken, terwijl de eerste, de blauwzwartgebande, erg veel “overstructuur” toonde. Respectievelijk 94 en 95 punten.

 

De fraaiste jonge duivin is een Nederlandse Schoonheids Postduif, blauwzilverdonkergeband, in kooi 89, met 96 punten van Willem Tuinman.

 

De fraaiste oude doffer is een Oudduitse Meeuw, blauwzwartgeband, in kooi 98, met 96 punten van Geert de Vries.

 

Een extra prijs gaat naar de Chinese Duif, blauwgekrast, met 95 punten in kooi 110 en is eveneens van Willem Tuinman.

 

Heren van harte proficiat.

 

Wat ik nog wel even kwijt wil is dat het heel moeilijk vangen is als de duiven in een veel te grote kooi zitten, bovendien stellen ze zich niet helemaal goed. En verder misschien een puntje van aandacht voor zowel de inzender als de tentoonstellingssecretaris om de juiste kleurbenaming te gebruiken, zo kan de keurmeester ook iets beslagener ten ijs komen.

Na de keuring een prima verzorgde, heerlijke lunch met vooraf een borrel, dat is daar altijd geweldig. Graag wilde ik daarna nog even met de inzenders langs de duiven, maar ik had nog een verjaardag te vieren en mijn echtgenote begon zich al af te vragen waar ik bleef.

 

Ik heb een fijne keuring en een gezellige ontmoeting gehad. Graag doe ik dat een volgende keer nog eens.

 

Groet,

Klaas Nicolaij